De Stichting Rooms-Katholiek Stadsdiaconaat Delft e.o. (RKSD) is een kerkelijke organisatie die zich in haar visie baseert op Bijbelse uitgangspunten en traditie. In een snel veranderende samenleving die bovendien de laatste jaren door een financiële en economische crisis wordt geteisterd, is er een in aantallen groter wordende groep mensen die het niet meer kunnen bijbenen, die het moordende tempo van onze samenleving niet meer bijhouden. Deze mensen raken de weg kwijt, komen in de problemen en verliezen vaak het contact met die samenleving. Je zou hier kunnen spreken van een nieuwe definitie van wat armoede in onze tijd is. De effecten daarvan worden elke dag meer zichtbaar: er zijn meer Nederlanders die onder of tegen de armoedegrens aan leven, die naar de voedselbanken moeten, die problematische schulden hebben, in een sociaal isolement verkeren of eenzaamheid ervaren. Al deze mensen hebben in principe recht op hulp, zorg en een stukje aandacht. De zorg voor de meer traditionele probleemgroepen zoals thuis- en daklozen, verslaafden, illegalen etc. komt hier dan nog bij. Een enorme opgave voor kerkelijke en particuliere organisaties, terwijl de overheid zich op alle fronten meent te moeten terugtrekken.
Als kerkelijke organisatie kan het RK Stadsdiaconaat hier niet werkloos toezien. De Schrift en de traditie geven een aanzet tot het antwoord op de vragen die op ons afkomen. Om te beginnen is er het geloof in de intrinsieke waarde van elk menselijk wezen en het geloof dat de mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis:
En God zei: ‘Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle wilde beesten en over al het gedierte dat over de grond kruipt’. En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen (Gen. 1, 26-27).
Er kan en mag geen onderscheid tussen mensen gemaakt worden. Elke mens heeft recht op een menswaardig bestaan. De liefde, de zorg en compassie voor onze medemens wordt ons ingegeven door een andere wezenlijke Bijbelse passage, nl. het dubbelgebod van de liefde in het Evangelie van Mattheüs:
Toen de farizeeën hoorden dat Hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar en een van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem op de proef te stellen: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’. Jezus zei hem: ‘U zult* de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en de Profeten.’ (Mt. 34-40).
De liefde voor God staat op de eerste plaats, maar onmiddellijk daaraan gekoppeld en daaraan gelijkwaardig is de liefde voor onze naaste. Immers de mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Als we van onszelf houden – en dat doen we over het algemeen – kunnen we niet ontkomen aan de Bijbelse opdracht de ander evenzeer en evenveel te beminnen. De schrift verwoordt niet enkel en alleen de opdracht tot naastenliefde maar geeft ook handen en voeten aan die opdracht. Dat gebeurt door middel van de Zeven Werken van Barmhartigheid, ook weer in het Evangelie van Mattheüs:
‘Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed, Ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe’ (Mt. 25, 35-36).
In Mattheüs 25 worden maar zes werken genoemd. Paus Innocentius III (1198-1216) voegde daar in het jaar 1207 een zevende werk aan toe. Het werk dat hij toevoegde was ‘de doden begraven’, dat ontleend is aan het Bijbelboek Tobit (1,17).
Maar niet alleen Bijbelse waarden zijn de dragende fundamenten van het RK Stadsdiaconaat. In de traditie van de kerk vinden we lichtende voorbeelden van mannen en vrouwen – heiligen – die zich hebben ingezet voor de armen en uitgestotenen van de samenleving. Drie van deze lichtende voorbeelden zijn de heilige diaken Laurentius (schutspatroon van het bisdom Rotterdam) die de armen van de stad Rome als de schatten van de kerk aan de keizer presenteerde, de heilige Franciscus, stichter van de orde der Franciscanen, die de verschillen tussen mensen in een klap ongedaan maakte door een melaatse te omhelzen en te kussen en Elisabeth van Thüringen die heldhaftig de armen ter zijde stond tijdens een grote hongersnood.
De heilige Laurentius,de heilige Franciscus en de heilige Elisabeth van Thüringen leidden vanuit hun diepe geloof in de God van het Oude en het Nieuwe Testament een leven van dienstbaarheid, van ‘diakonia’ aan de mensen om hen heen. Het RK Stadsdiaconaat probeert eveneens die dienstbaarheid centraal te stellen. Het bisdom Rotterdam heeft in zijn diaconale beleidsnota “Wanneer hebben wij u gezien? Op zoek naar de schatten van de kerk; over de diaconie in het bisdom Rotterdam” uit 2000 een treffende definitie van het begrip diaconie verwoord: “Diaconie is de christelijke dienst van zorg, solidariteit en verzet ten behoeve van mensen in nood”. Mensen doen een beroep op ons als christenen, op ons als mensen van goede wil. Die roep om zorg, solidariteit en mede-verzet mogen we niet negeren. Uiteindelijk bouwen we zo, met hulp en inspiratie van de heilige Geest, mee aan het koninkrijk van God hier op aarde.