De Wmo is in 2007 onder grote tijdsdruk ingevoerd. In de uitvoering bleef men aanvankelijk sterk leunen op de reeds bestaande oude wetten. Eind 2010 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een nieuwe Wmo-modelverordening gepubliceerd. Gemeenten kunnen die tekst gebruiken als voorbeeld voor hun eigen verordening. Men spreekt van een ‘gekantelde verordening’ omdat het nieuwe denken van de Wmo daarin veel meer tot uitdrukking komt.
De verordening rust op vier pijlers:
- Inclusief denken. In beeld zijn zowel de mensen met een beperking als de lokale samenleving. Het gaat niet alleen om individuele voorzieningen.
- Maatwerk. Het oplossen van individuele problemen rond deelname aan de samenleving vraagt om afstemming op de persoon, zijn mogelijkheden en zijn situatie.
- Resultaatformuleringen. De vier domeinen waarop de compensatieplicht van toepassing is, zijn nader geconcretiseerd in acht te bereiken resultaten. Het voeren van een huishouden is bijvoorbeeld vertaald in: een schoon en leefbaar huis, dat ook geschikt is voor iemand met beperkingen.
- Het gesprek. Aan de aanvraag voor een individuele voorziening gaat een persoonlijk gesprek vooraf. Daarin wordt gekeken naar alle opties en de hele situatie van de persoon. Een huisbezoek heeft de voorkeur boven een bezoek aan het Wmo-loket.