Armoede bestaat. Armoede bestaat óók in Delft. Armoede is een probleem dat niet zou moeten bestaan. Maar het probleem lijkt onontkoombaar. Het is er, veelal verborgen maar ook heel zichtbaar. Er wordt zelfs wel eens geopperd dat armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven. Delft staat in de landelijke top tien van steden met de meeste armoede. In Delft moet bijna 10% van alle huishoudens rondkomen van een inkomen rond het sociale minimum. Ruim 5% van de mensen uit deze huishoudens heeft geen werk of andere activiteiten buitenshuis. Van deze mensen kan 10% niet lezen of schrijven. Veel mensen voelen zich mede daardoor buitengesloten en sociaal geïsoleerd.
In 2007 werd daarom in Delft het ‘Pact tegen armoede’ gelanceerd. De handen werden in elkaar geslagen door gemeente, sociaal-maatschappelijke organisaties, dienstverlenende instanties, vrijwilligersorganisaties, bedrijven, kerken, woningbouwcoöperaties etc. De stichting Rooms-Katholiek Stadsdiaconaat Delft e.o. was een van eerste ondertekenaars van het pact, omdat we in ons werk dagelijks vaak worden geconfronteerd met armoede en de gevolgen ervan. Armoede is bijvoorbeeld duidelijk zichtbaar bij de voedselbank. De ondertekenaars van het pact hadden één doel voor ogen: het leveren van een eigen concrete bijdrage aan de bestrijding van armoede in Delft. Het pact versterkt de samenwerking tussen partners in de stad, faciliteert projecten en motiveert mensen om iets te doen aan armoede en sociale uitsluiting in Delft. Steeds meer organisaties die partner zijn in het pact weten elkaar te vinden. In Maart 2010 werd de 75ste deelnemer aan het ‘Pact tegen Armoede’ welkom geheten.
Eenmaal per twee maanden is er een ontmoeting van alle partners om problemen en geboekte successen te bespreken, er wordt genetwerkt, nieuwe partners worden voorgesteld en het zgn. Münchhausen-overleg vindt plaats. Dit laatste is erg belangrijk want men wil geen ‘praatclub’ worden die geen resultaten boekt. Het Münchhausen-overleg houdt in dat er een aantal concrete casussen worden besproken en dat tijdens het overleg nog partners er zich toe verplichten om een of meerdere problemen uit een besproken casus aan te pakken en zo mogelijk op te lossen. Bij een volgende bijeenkomst van de partners van het pact worden dan de vorderingen besproken. De lijnen worden door deze manier van werken kort gehouden en de oplossingen van problemen liggen vaak binnen handbereik.
De gemeente Delft is een aantal jaren geleden gestart met een jaarlijkse ‘Week tegen Armoede’ (in september). Dan organiseren pactdeelnemers en gemeente Delft allerlei activiteiten om duidelijk te maken dat Delft geen armoede tolereert, en dat elke Delftenaar telt. De Delftse samenleving mag en moet weten dat armoede ook in Delft voorkomt en dat we met z’n allen hieraan moeten werken.
In 2009 is er een boekje verschenen met als titel: ‘Dit doen wij’, waarin alle ondertekenaars van het pact zichzelf en hun activiteiten presenteren. Doel van de ‘Week tegen de armoede’ is Delftenaren bewust maken van armoede in hun stad maar ook mensen te helpen om meer zelfredzaam te worden en gebruik te maken van subsidies en andere mogelijkheden.